уторак, 6. децембар 2011.
Alef - kosmos in één punt
„Beneden de trappen, aan de rechter kant, heb ik een kleine schitterende bal gezien. Het licht van de bal maakte me blind. Op het eerste ogenblik dacht ik dat de bal draait maar later besefde ik dat de indruk van het draaien alleen illusie was omdat eigenlijk de schouwspel in de bal draaide. De doorsnede van Alef was twee of drie centimeter maar de kosmiche ruimte was er al in, niet verkleind. Elk ding (bijvoorbeeld de maan van spiegels) was oneeindig aantal dingen omdat ik dit ding vanuit elke punt in het heelal beschouwde. Ik zag de brede zee, ik zag de zonsopgang en zonsondergang, ik zag alle mensen van Amerika, ik zag piramiden, ik zag het zilvere spinneweb in het centrum van een zwarte piramide, ik zag een oude doolhof (in Londen), ik zag oneeindige indirecte ogen die in mij zoals in een spiegel elkaar keken, ik zag alle spiegels ter wereld zonder dat ik mijn eigen gezicht spotte, ik zag in de hof van de Solerstraat dezelfde tegels die ik voor dertig jaar aan de ingang van een huis in Fray Bentos zag, ik zag bloemetjes, sneeuw, tabak, metaalkabels, damp, verhoogde woestijnen van de evenaar en elk deeltje van de zand, in Invernes zag ik een vrouw die ik nooit kon vergeten, ik zag wilde haar, vurig lichaam, ik zag borstkanker, ik zag een cirkel van het droge land naast het pad waar vroeger een boom stond, ik zag een vakantiehuis in Adroge, de eerste verslag van de eerste versie van Philemon Holland, ik zag elke letter van elke pagina tegelijkertijd (toen ik nog kind was verbaasde me hoe de letters van een dicht boek tijdens de nacht niet door elkaar roerden en kwijt waren), ik zag in dezelfde tijd de dag en nacht, ik zag de zonsondergang in Keretar alsof die de kleur van de Bengaalse roos had, ik zag mijn lege slaapkamer, in een kantoor in Akmar zag ik een aardglobe die tussen twee spiegels stond die de globe oneindig vermeerderden, ik zag paarden met gekroesde haren bij het krieken van de dag aan de oever van de Kaspische zee, ik zag de delicate bouw van benen van een arm, ik zag de overlevende van een strijd die de postkaartjes stuurden, in een etalage in Mizarpur zag ik een Spaanse spel kaarten, ik zag verlengte schaduwen van adelaarsvaren in een glastuinbouw, ik zag tijgers, koren, bizonen, bevingen en het leger, ik zag alle mieren die op de wereld bestaan, het Perzische astrolabium, ik zag netjes geschreven brieven die Beatrice aan Karlos Argentino schreef in een la van een schrijftafel (die bundel gezien te hebben kreeg ik kippenvel), ik zag het geliefde monument in Chakarita, ik zag de geknakte relikwie die vroeger Beatrice Vieterbo was, ik zag de circulatie van mijn zwarte bloed, ik zag de liefde die verbindt en de dood die verandert, ik zag de aarde in Alef, ik zag mijn gezicht en innerlijk, ik zag jouw gezicht, ik dacht dat ik ga flauwvallen en ik huilde omdat mijn ogen die gehemzinnige en veronderstellende onderwerp zagen – dat onderwerp dat z’n naam de mensen te vaak gebruiken maar dat geen mens ooit gezien heeft: de onbegrijpelijke kosmos.“
Jorge Luis Borges - Alef
Пријавите се на:
Објављивање коментара (Atom)
Als ik over kosmos lees, voel ik me altijd piepklein...
ОдговориИзбриши